
Project management Methode
Iedere Project Management Methode heeft zijn voor en nadelen wat een keuze niet eenvoudig maakt. Waar je echter zeker van kunt zijn, is dat er een methode bestaat om die aansluit bij je project. In dit artikel een opsomming van methodes in willekeurige volgorde.
Waterval is het standaard, sequentiële project management proces dat de meeste IT professionals van vroeger kennen. Het vereist een voorafgaande planning, die we vervolgens een sequentieel plan uitvoeren. Er zijn verschillende teams nodig zijn om de taken opeenvolgend uit te voeren. Er zijn duidelijk gedefinieerde doelen en een vaste tijdlijn voor projectlevering.
Uitgebreide projectplanning en inzicht in de afhankelijkheden kenmerken deze benadering. Deze aanpak resulteert vaak in accurate tijdlijnen en budgetten. Ook is het overdragen van projectkennis eenvoudiger, omdat we, naast de ontwikkeling, ook uitgebreide documentatie maken.
Het is moeilijk om projectwijzigingen op te nemen zodra de levenscyclus van het project de testfase bereikt. Het model is niet geschikt voor complexe en objectgerichte projecten en moeten we dus vermijden voor langlopende projecten.
De Adaptive Project Framework- methode is ontworpen om zich voortdurend aan te passen aan de veranderende situatie van een project en te leren van ervaringen. Het fundamentele concept achter de APF is dat het bereik variabel is. Binnen gespecificeerde tijds- en budgetbeperkingen streeft APF er bovendien naar de bedrijfswaarde te maximaliseren door het bereik na elke iteratie aan te passen. Dit bereiken we meestal door ervoor te zorgen dat de klant de centrale figuur blijft bij het bepalen van de maximale bedrijfswaarde.
Bij het voltooien van elke iteratie kan de klant de projectomvang wijzigen zodat de teams de meeste bedrijfswaarde kunnen creëren.
Dit is een goede benadering voor situaties waarin je weet wat het einddoel is, maar je bent niet zeker hoe je daar moet komen.
Vanwege de flexibiliteit en constante wijzigingen in het bereik kan APF leiden tot projectvertragingen en / of hogere kosten.
Waterfall was het meest gebruikte project management methode, maar Agile heeft het snel ingehaald. Het blijkt het een essentiële tool te zijn in het arsenaal van al de moderne projectmanagers. Agile is een iteratief en incrementeel raamwerk dat korte ontwikkelingscycli gebruikt, zogenaamde Sprints. Een sprint is een specifieke hoeveelheid tijd toegewezen aan een bepaalde taak binnen een project. Sprints worden als voltooid beschouwd als deze periode eindigt. Er zijn verschillende methodes die zich Agile noemen, waaronder Scrum.
Agile verschilt van het Waterfall-framework doordat het niet mogelijk is om volledig te beschrijven of te voorspellen hoe het uiteindelijke product eruit zal. Hier begint de planning met de klanten die losjes beschrijven hoe zij het eindproduct zullen gebruiken. Continue samenwerking tussen teamleden en de klant om volledig geïnformeerde beslissingen te nemen, is hier de kern.
Deze aanpak is gunstig voor projecten met flexibele doelen die halverwege scope wijzigingen kunnen ondergaan.
Projectdeadlines en -kosten zijn moeilijk te communiceren en alle belanghebbenden moeten bovendien de tijd nemen om actief betrokken te zijn bij de dagelijkse voortgang.
Six Sigma is een project management methode met een reeks hulpmiddelen die helpen meten wat we doen en vervolgens verbeteren wat we doen. We kunnen het in iedere branche en in ieder type bedrijf toepassen. Als er een proces is, kunnen we het bestuderen, meten en verbeteren.
Six Sigma is een zeer proactieve methodologie en houdt rekening met elk aspect van het proces. Verbeteringen worden gesuggereerd voordat de gebreken kunnen optreden.
Als een strikt data-gedreven kwaliteitsborgingssysteem, kan de Six Sigma-aanpak extreem rigide zijn en na het planningsproces tot minder flexibiliteit leiden. Daardoor kunnen de creativiteit en innovatie van een team worden beperkt. Six Sigma vereist echter accreditatie via examens.
Dit is een raamwerk dat de efficiëntie van de Lean-methodologie combineert met de op statistieken gebaseerde procesverbeteringsworkflow van Six Sigma. Het gaat daardoor over de prestaties systematisch verbeteren door afval te verwijderen en de variatie te verminderen. Met Lean Six Sigma kun je vaststellen welke aspecten van het project het meest waardevol zijn waardoor de efficiëntie toeneemt.
Naast het efficiënter en kosteneffectiever maken van projecten houdt Lean Six Sigma medewerkers tevens actief bezig met procesverbetering. Het levert ook een gevoel van eigenaarschap op voor alle betrokkenen bij het project.
De methode houdt meestal in dat belangrijke wijzigingen in de taken worden doorgevoerd. Hierdoor moeten alle belanghebbenden bereidt zijn om tijd, moeite en middelen in te zetten om de projecten te voltooien.
PRiSM staat voor Projects integrating Sustainable Methods. De methodologie heeft als doel een raamwerk te creëren dat rekening houdt met omgevingsfactoren. De PRiSM-methodologie gebruiken we voornamelijk voor grootschalige bouwprojecten die nadelige milieu-effecten kunnen hebben. Net als Six Sigma vereist PRiSM dat projectmanagers worden erkend.
PRiSM is geschikt voor bedrijven die het gesprek willen voeren als het gaat om duurzaamheid en milieubewustzijn.
PRiSM kan niet uitsluitend binnen een project. Het bedrijf moet op alle niveaus meegaan met de duurzame principes, anders zal de methodologie niet slagen.
PRINCE2 staat voor Projects IN Controlled Environments en is een project management methode die veel binnen de overheid wordt toegepast. Het is een zeer procesgerichte methode. PRINCE2 vereist dat we projecten in meerdere fasen verdelen. Iedere fase heeft bovendien zijn eigen strategieën en processen en is zwaar gedocumenteerd. Net als bij Six Sigma en PRiSM vereist PRINCE2 accreditatie via examens.
De uitgebreide documentatie die voor PRINCE2 is vereist is nuttig bij:
We moeten veel moeite besteden aan het maken en onderhouden van documenten en logboeken in elke fase van het proces. Het doorvoeren van projectwijzigingen is daardoor nogal omslachtig.
Scrum is een Agile raamwerk voor complexe projecten die te maken hebben met veranderende requirements. De Scrum project management methode is oorspronkelijk ontwikkeld voor softwareprojecten. Na verloop van tijd is bleek echter dat het goed werkt op ieder complex, innovatief werkterrein. Scrum richt zich op korte, scherpe oplevering van projecten waardoor er tijd is voor snelle feedback en snelle reactie op wijzigingen. In deze project management methode wordt dus enorm de nadruk gelegd op teamdynamica en samenwerking. Teams werken namelijk samen aan een reeks sprints van twee weken. De scrummaster heeft bovendien tot taak om obstakels voor de voortgang weg te nemen.
De Scrum methode is een van die iteratieve methodologieën waarbij we nieuwe ontwikkelingen bovendien snel kunnen testen en eventuele fouten meteen kunnen oplossen.
Scope-creep is een belangrijk probleem in Scrum-projecten. Omdat het project afhankelijk is van een nauwe teamsamenwerking, kan ieder lid dat het team verlaat het hele project verstoren.
Discussieer mee op LinkedIn.


Mogelijk is dit een vertaling van Google Translate en kan fouten bevatten. Klik hier om mee te helpen met het verbeteren van vertalingen.