Database Test
In de functionele database test moeten we vaststellen dat de transacties en bewerkingen zoals uitgevoerd door de eindgebruikers consistent worden vastgelegd en voldoen aan de requirements. Deze test moet zowel het testplan als in het testrapport zijn opgenomen.
Hieronder staan de basis checks die plaats moeten vinden voordat een functionele database test plaatsvindt.
Deze specifieke check is de validatie van de velden vanuit het oogpunt van de eindgebruiker. Hierbij voert de tester een bewerking uit op basis van de database en navigeert vervolgens naar het relevante item in de gebruikersinterface om vast te stellen of de juiste veld-validaties zijn uitgevoerd of niet.
De omgekeerde volgorde waarbij eerst een bewerking door de tester op de gebruikersinterface wordt uitgevoerd en daarna de waarden in de database worden gecheckt wordt ook als een geldige optie beschouwd.
Naast deze gebruikerstesten kunnen de waarden van de velden in de database met behulp van SQL queries worden opgevraagd. Zodoende wordt zichtbaar wat er werkelijk in de database staat. Deze opvraging kan zowel voor als na de transactie plaatsvinden.
De volgende controles zijn belangrijk:
Naast applicatiedata bevat de database nog andere data zoals triggers en stored procedures. Dit zijn feitelijk stukjes programmacode, opgeslagen in de database, die in werking treden naar aanleiding van een bepaald soort transactie. Tijdens de functionele test kijken we niet inhoudelijk naar dit soort data omdat dit onderdeel is van de programmatuur. Een check op deze data hoort bij een code-reading sessie die de programmeurs onderling uitvoeren.
Discussieer mee op LinkedIn.
Mogelijk is dit een vertaling van Google Translate en kan fouten bevatten. Klik hier om mee te helpen met het verbeteren van vertalingen.