Software licenties
De auteur van een computerprogramma kan via licenties anderen toestemming geven om onder voorwaarden zijn software te gebruiken. Die voorwaarden moet men echter wel op de juiste wijze bekend maken.
Om software van een ander te mogen gebruiken, is een licentie noodzakelijk. Vaak worden deze licenties in de doos met de software meegeleverd (shrink-wrap licentie), of op de website of tijdens de installatieprocedure getoond (click-wrap licentie). Er zijn allerlei manieren om de licentie-voorwaarden aan de gebruiker te tonen. Het is echter niet zo dat de gebruiker altijd gebonden is aan die voorwaarden.
Een overeenkomst is een afspraak tussen twee partijen waarmee vastligt wat de ene partij voor de ander gaan doen, en meestal ook wat de andere daarvoor terugdoet. Wie een brood koopt bij de bakker, sluit een overeenkomst met de bakker waarin deze zich verplicht het brood aan de klant te leveren. De klant verplicht zich tegelijkertijd de prijs van het brood te betalen. Komt een van beide partijen zijn verplichting niet na, dan kan de andere partij desnoods via de rechter nakoming afdwingen, een schadevergoeding eisen of de overeenkomst laten ontbinden.
Overeenkomsten hoeven niet per se in ruil voor geld te zijn. Iemand die door het draaihekje van een supermarkt naar binnen gaat, verplicht zich een mandje of winkelwagentje te gebruiken. Dit is de voorwaarde waaronder de eigenaar mensen binnen wil laten. Ook dit is een overeenkomst tussen bezoeker en eigenaar, zelfs als de bezoeker niets koopt. Weigert de bezoeker met een winkelwagentje of mandje rond te lopen, dan kan de eigenaar de overeenkomst ontbinden: hij kan dan de bezoeker uit het pand laten zetten.
Naar Nederlands recht komt een overeenkomst tussen twee partijen tot stand wanneer de ene partij een aanbod doet dat de andere partij aanvaardt. We hoeven dus geen schriftelijk contract te tekenen. Een mondeling “dat is goed”, of door een hekje lopen kan ook prima dienen als aanvaarding. Het probleem is alleen dat dit later lastig te bewijzen is als er geen getuigen waren.
Veel producten worden onder bepaalde voorwaarden verkocht. Deze voorwaarden zijn dan onderdeel van de overeenkomst. Zo kan de verkoper bijvoorbeeld de voorwaarde hebben dat men klachten schriftelijk moet indienen of dat ruilen alleen mag binnen zeven dagen op vertoon van kassabon. In veel gevallen worden dergelijke voorwaarden vastgelegd in de zogeheten algemene voorwaarden. Algemene voorwaarden zijn al snel bindend. Meestal worden ze door de gebruiker aan de tegenpartij overhandigd, maar bij bijvoorbeeld de NS of een supermarkt is dit nogal onhandig. De gebruiker kan daarom ook wachten tot de tegenpartij erom vraagt en ze dan overhandigen. Als de tegenpartij er niet om vraagt, maar hij wist wel dat er algemene voorwaarden gebruikt gingen worden, dan is hij er toch aan gebonden.
Omdat het zo makkelijk is om aan algemene voorwaarden gebonden te zijn, legt de wet wel een aantal beperkingen op aan wat men er in mag afspreken. Een algemene voorwaarde mag niet onredelijk bezwarend zijn (een gewone verplichting in een overeenkomst dus wel, want daar kies je zelf voor als je die overeenkomst afsluit). Als uitwerking van deze algemene regel biedt de wet een zwarte lijst en een grijze lijst. Op de zwarte lijst staan veertien bepalingen die bij overeenkomsten met consumenten altijd onredelijk bezwarend zijn. Op de grijze lijst zijn veertien bedingen opgenomen, waarvan vermoed wordt dat deze onredelijk bezwarend zijn.
Tijdig ter beschikking stellen is een absolute voorwaarde. Algemene voorwaarden die op de achterkant van een factuur worden afgedrukt zijn dus niet bindend, want de factuur komt pas nadat de overeenkomst is gesloten. De voorwaarden kunnen worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel, maar dan geldt nog steeds dat de gebruiker de tegenpartij er vooraf op moet wijzen dat deze gedeponeerd zijn.
Wie software schrijft, heeft automatisch het auteursrecht daarop. De auteur van een computerprogramma kan via een licentie anderen toestemming geven om de software te gebruiken.
De meest gebruikelijke manier om software te verspreiden, was door de software in een doos te stoppen en deze in een winkel te koop aan te bieden. Een klant kan dan dit aanbod aanvaarden en in ruil daarvoor de prijs betalen aan de winkelier. Hij wordt dan eigenaar van de doos. De klant wordt echter geen eigenaar van de software. Hij ontvangt slechts een licentie voor het gebruik van de software. Een andere mogelijkheid is dat de software elektronisch ter beschikking wordt gesteld, bijvoorbeeld via een website. De klant kan deze dan downloaden en installeren nadat hij betaald heeft. Ook nu krijgt de klant alleen een licentie en wordt hij geen eigenaar.
(Red. Tegenwoordig verspreidt men software meestal via internet volgens een SaaS-model.)
Sommige software wordt gratis ter beschikking gesteld, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Het programma kan bijvoorbeeld alleen voor niet-commercieel gebruik weggegeven worden. Zogeheten open source software komt weer met een heel andere soort voorwaarden.
De vraag is nu: wanneer en in hoeverre zijn deze licentie-voorwaarden nu geldig?
Op het eerste gezicht lijkt het duidelijk. Door het aanbod “een licentie op deze software onder deze voorwaarden” in de winkel te aanvaarden, komt een overeenkomst tot stand en dus is de klant gebonden aan de voorwaarden. Maar dan moet wel duidelijk zijn dat “onder deze voorwaarden” onderdeel was van de overeenkomst.
De licentie-voorwaarden van software zitten vaak in de doos waarin deze wordt verkocht. Om de doos open te kunnen krijgen, moet de klant het plastic folie (de shrink-wrap verpakking) verwijderen of een zegel verbreken. Volgens de mededeling op de doos gaat de klant door deze handeling akkoord met de voorwaarden in de doos. Een dergelijke licentie wordt een shrink-wrap licentie genoemd. Het is nog maar zeer de vraag of een dergelijke licentie bindend is. Dit lijkt namelijk heel erg op algemene voorwaarden, en die mogen immers niet pas achteraf worden gemeld.
Bij elektronisch verkopen van software moet de klant vaak ergens op klikken om aan te geven dat hij akkoord is met de voorwaarden. In analogie met “shrink-wrap” wordt dit ook wel een “click-wrap” licentie genoemd. Het hangt sterk van de omstandigheden van het geval af of een dergelijke manier van aanbieden leidt tot een rechtsgeldige overeenkomst. Volgens de Wet Koop op Afstand moet bij elektronische handel de klant vooraf worden ge-informeerd over de belangrijkste kenmerken van het goed. Omdat de klant feitelijk betaalt voor een licentie, is het duidelijk dat de inhoud van deze licentie vooraf aan de klant meegedeeld moet worden.
Een klant die op een website een programma wil downloaden, en dat alleen maar kan door eerst op “Akkoord” te klikken op de pagina met de voorwaarden, gaat kennelijk akkoord met die voorwaarden. Is de software vrijelijk te downloaden, en staat er op de download-pagina alleen een verwijzing naar de voorwaarden, dan zullen deze waarschijnlijk worden aangemerkt als algemene voorwaarden, en mogen ze dus niet onredelijk bezwarend zijn.
Soms gebeurt het dat men de software via FTP aanbiedt, met een link naar de FTP-lokatie op de webpagina. Iemand die direct op de FTP-server inlogt en de software downloadt zonder naar de website te gaan, kan dan redelijkerwijs stellen niks te weten van eventuele voorwaarden. Iets vergelijkbaars doet zich voor wanneer de software opgenomen wordt in de collectie van Tucows of een andere grote software-site.
Nog een andere mogelijkheid is dat de klant op de website betaalt, en pas tijdens de installatie de voorwaarden te zien krijgt en moet accepteren om het programma geïnstalleerd te krijgen. Het is dan goed te verdedigen dat de overeenkomst tot stand kwam via de website, waar men tegen betaling de applicatie leverde. De (algemene) voorwaarden, getoond tijdens de installatie, zijn dan niet bindend, tenzij de klant al op de website toegang tot deze voorwaarden had kunnen krijgen. Helaas is er op dit gebied nog geen Nederlandse jurisprudentie.
Hieronder volgt een verloren gewaand artikel dat eerder verschenen is op ictknowledgebase. De pagina bestaat niet meer maar de content is gered en onder redactie van ITpedia geplaatst.
Als je verantwoordelijk bent voor het bijhouden van de technologie van je organisatie, weet je dat software je voor een unieke reeks problemen stelt. In tegenstelling tot hardware is software moeilijk vast te pinnen. Software licenties zijn meestal geschreven voor juristen, en zelfs voor advocaten zijn ze misschien niet bijzonder duidelijk. Het begrijpen van software licenties is echter cruciaal voor het beheer van technologie binnen je organisatie. Dit artikel, in samenwerking met TechSoup, geeft een overzicht van de veelvoorkomende soorten software licenties.
Software is geen traditioneel eigendom, maar de meeste softwarefabrikanten beschouwen hun producten als intellectueel eigendom, net als boeken, films en muziekopnamen – en de meeste internationale wetgeving en de Britse auteursrechtwetgeving zijn het daarmee eens.
Voor intellectueel eigendom zijn sommige toepassingen inbegrepen in de aankoopprijs; voor ander gebruik heb je toestemming nodig. Als je bijvoorbeeld een boek koopt, krijg je het recht om het boek te gebruiken, te verkopen of weg te geven. Maar als je een groot deel van het boek wilt herdrukken, kopiëren of verwerken in een eigen werk, moet je toestemming vragen. Dit wettelijk kader is in de loop der eeuwen geëvolueerd en omvat zowel rechtszaken als wetgeving.
Eigenaren van intellectueel eigendom kunnen anderen toestemming geven om hun eigendom te gebruiken door het aan de gebruikers in licentie te geven (meestal in ruil voor geld). Voor software is de licentie zowel op de doos gedrukt als van kracht zodra we de doos openen. Dit is de zogenaamde “shrink-wrap” licentie en/of verschijnt op een van de vroege schermen wanneer we het programma installeren.
In beide gevallen bevat de licentie beperkingen op het juiste gebruik van de software. Over het algemeen zijn er beperkingen aan de manier waarop we de software kunnen kopiëren, wijzigen en distribueren. Als gevolg hiervan zijn er een oneindig aantal verschillende manieren waarop men software in licentie kan geven, maar er zijn enkele algemeen aanvaarde classificaties van auteursrechtelijk beschermde software.
In de context van informatietechnologie beschrijft propriëtair een technologie of product dat exclusief eigendom is van een enkel bedrijf dat zorgvuldig de kennis over de technologie of de interne werking van het product bewaakt. De meeste commerciële software is tegenwoordig eigendom. Gepatenteerde software kost over het algemeen geld en de verspreiding en wijziging ervan zijn verboden. Er zijn twee veelvoorkomende soorten licenties voor propriëtaire software:
Het meest voorkomende type licentie, een EULA, bevat bepalingen over hoe we een stukje software binnen een organisatie mogen gebruiken. Sommige software kunnen we op meerdere machines installeren zolang er maar één tegelijk actief is. Andere software kunnen we slechts op één machine laden. Over het algemeen kunnen we onder een EULA-licentie niet meerdere exemplaren van de software tegelijkertijd laten draaien. De meeste in krimpfolie verpakte licenties zijn van dit type.
Over het algemeen bieden volumelicentieovereenkomsten organisaties een manier om meerdere licenties te kopen en te beheren. Softwareleveranciers kunnen verschillende regelingen hebben, afhankelijk van het type organisatie (bijvoorbeeld onderwijs, liefdadigheidsinstelling, bedrijf enz.).
Microsoft biedt bijvoorbeeld een reeks programma’s voor veel van zijn softwareproducten. Andere bedrijven zoals Adobe, Macromedia en Corel hebben vergelijkbare programma’s voor geselecteerde producten.
Dit type licentieovereenkomst heeft zijn eigen vereisten om in aanmerking te komen. Denk daarbij aan lidmaatschaps-, installatie- en gebruiksbeperkingen. Tevens zijn er vaak verplichtingen die aan de organisatie worden opgelegd voor de handhaving van de regels. Dit kan ingewikkeld zijn, dus kunnen we dan het beste contact opnemen met een geautoriseerde leverancier. Vaak bieden verschillende bedrijven scherp geprijsde software aan liefdadigheidsinstellingen onder dit soort licentieovereenkomsten.
Volumelicentieovereenkomsten hebben grotendeels de vergelijkbare sitelicentieovereenkomsten vervangen die scholen, universiteiten en grote organisaties toestemming geven om een stuk software te kopiëren en te distribueren naar leden binnen de institutionele gemeenschap voor een onderhandelde prijs. Nogmaals, elke sitelicentieovereenkomst heeft zijn eigen vereisten om in aanmerking te komen.
Freeware kost, zoals de naam al doet vermoeden, geen geld. Het is echter nog steeds auteursrechtelijk beschermd en de wijziging en het gebruik ervan zijn beperkt. De meeste freeware-auteurs hopen op een zo groot mogelijk publiek voor hun software. Daarom zijn de distributieregels over het algemeen soepeler, maar de auteurs willen nog steeds niet dat we hun software aanpassen.
Veel mensen verwarren shareware met freeware. Hoewel auteurs van shareware en freeware distributie toestaan en aanmoedigen, houden de overeenkomsten daar op. Shareware kunnen we in principe beschouwen als proef- of demosoftware. We mogen het een tijdje gebruiken, maar als we het willen houden, moeten we ons registreren en meestal licentiekosten betalen.
Toen computertechnologie nog in de kinderschoenen stond, was het softwarepubliek klein genoeg om software vrijelijk te verspreiden tussen collega’s. Software distribueerde men met de broncode, en wijzigingen waren niet alleen toegestaan, men moedigde ze ook aan.
Natuurlijk, zoals we allemaal weten, blijven dingen niet gratis. Mensen realiseerden zich uiteindelijk dat ze wat geld konden verdienen met software, en wat bleef is een volwassen markt. Gratis software (niet te verwarren met freeware) maakten echter een flinke comeback. Projecten zoals Linux ( www.linux.org ) en GNU ( www.gnu.org ) zijn buitengewoon succesvol geweest en winnen aan populariteit en ondersteuning. Er is wel enige terminologie die nuttig is om vrije software te begrijpen.
“Copyleft-software is gratis software waarvan de distributievoorwaarden herdistributeurs geen extra beperkingen toestaan wanneer ze de software herdistribueren of wijzigen. Dit betekent dat elk exemplaar van de software, zelfs als het is gewijzigd, vrije software moet zijn.
Auteursrecht is een algemeen begrip; om een programma daadwerkelijk te kopiëren, moeten we een specifieke set distributievoorwaarden gebruiken. Er zijn veel manieren om copyright-distributievoorwaarden te schrijven.” De GNU General Public License (GPL – www.gnu.org/copyleft/gpl.html ) is het klassieke voorbeeld van copyleft licenties.
Open Source-software is meestal auteursrechtelijk beschermd. De distributie is altijd met de broncode voor wijziging. Over het algemeen zijn er zeer weinig beperkingen op gebruik en distributie.
Sommige software valt onder het publieke domein. Er rust geen copyright op en de auteurs / distributeurs hebben geen copyrightvoorwaarden verstrekt. Software uit het publieke domein kan iedereen dus distribueren als propriëtaire software – met winst.
Software licenties kunnen erg verwarrend zijn. Soms is het lezen van de kleine lettertjes de enige manier om erachter te komen wat we kunnen doen. Vrije software stelt een vermindering van de complexiteit voor. De meesten van ons komen dat nu tegen. Er is echter momenteel geen grote verscheidenheid aan vrije software beschikbaar voor het algemene niet-technische publiek.
Discussieer mee op LinkedIn.
Mogelijk is dit een vertaling van Google Translate en kan fouten bevatten. Klik hier om mee te helpen met het verbeteren van vertalingen.