Datanormalisatie
Als je begint met programmeren en databases, kom je al snel in aanraking met het organiseren van data. Een van de belangrijkste concepten hierbij is datanormalisatie. Dat is de meest logische manier om je data netjes en bruikbaar te houden. In dit artikel duiken we in de basis van datanormalisatie en leggen we uit waarom de Derde Normaalvorm (3NF) zo belangrijk is voor software ontwikkelaars.
Als we een applicatie bouwen die informatie moet opslaan – bijvoorbeeld over klanten en hun bestellingen – kunnen we alle informatie in één grote lijst opslaan. Al snel merken we dat dit leidt tot rommel, dubbele data en problemen bij het verwerken van informatie. Dit is het punt waar datanormalisatie om de hoek komt kijken.
Denk aan datanormalisatie als het organiseren van een chaotische archiefkast. In plaats van overal willekeurig documenten neer te leggen en belangrijke papieren meerdere keren te kopiëren (wat leidt tot verwarring als we iets bijwerken), organiseren we alles systematisch. We maken mappen voor verschillende soorten informatie en zorgen ervoor dat elk uniek stukje informatie maar op één logische plek wordt bewaard of duidelijk gelinkt is.
In de wereld van databases betekent datanormalisatie het organiseren van data in tabellen en kolommen om twee hoofddoelen te bereiken:
Datanormalisatie kent verschillende niveaus, ook wel normaalvormen genoemd (1NF, 2NF, 3NF, BCNF, etc.). Elke normaalvorm heeft strengere regels dan de vorige en helpt onze data verder te organiseren.
Deze eerste twee vormen zijn belangrijk, maar het wordt pas echt krachtig als we kijken naar de derde normaalvorm.
De Derde Normaalvorm (3NF) is vaak het doel bij het ontwerpen van databases voor veel applicaties. Een tabel is in 3NF als deze:
“Transitieve afhankelijkheid” klinkt ingewikkeld, maar laten we het simpel maken.
Het betekent dat een kolom C afhankelijk is van kolom B, die op zijn beurt afhankelijk is van kolom A (de primaire sleutel). Dus: A → B en B → C. Kolom C hangt via B af van A, maar is niet direct en volledig afhankelijk van A zelf.
Stel we hebt een tabel om bestellingen bij te houden, en we proberen hier ook klantgegevens in op te slaan:
Tabel: Bestellingen (Niet in 3NF)
BestellingID (PK) | KlantID | KlantNaam | KlantStad | Product | Prijs |
101 | 1 | Jan Jansen | Amsterdam | Laptop | 800 |
102 | 2 | Piet Peeters | Utrecht | Muis | 20 |
103 | 1 | Jan Jansen | Amsterdam | Toetsen | 75 |
104 | 3 | Els Elshout | Eindhoven | Monitor | 300 |
In deze tabel is BestellingID de primaire sleutel (PK).
Hier zien we een transitieve afhankelijkheid: BestellingID → KlantID → KlantStad. De kolom KlantStad is transitief afhankelijk van de primaire sleutel via KlantID. Dit is een schending van 3NF.
Deze transitieve afhankelijkheid leidt tot de problemen die we eerder noemden:
Om dit naar 3NF te brengen, verwijderen we de kolommen die transitief afhankelijk zijn (KlantNaam, KlantStad) en plaatsen we ze in een aparte tabel waar ze direct afhankelijk zijn van hun eigen primaire sleutel (KlantID).
We splitsen de tabel op in twee tabellen:
Tabel: Bestellingen (Nu in 3NF)
BestellingID (PK) | KlantID (FK) | Product | Prijs |
101 | 1 | Laptop | 800 |
102 | 2 | Muis | 20 |
103 | 1 | Toetsen | 75 |
104 | 3 | Monitor | 300 |
Hier verwijst de kolom KlantID nu naar de Klanten tabel.
Tabel: Klanten (Nu in 3NF)
KlantID (PK) | KlantNaam | KlantStad |
1 | Jan Jansen | Amsterdam |
2 | Piet Peeters | Utrecht |
3 | Els Elshout | Eindhoven |
Nu is in de Bestellingen tabel elke kolom (Product, Prijs, KlantID) direct afhankelijk van BestellingID. In de Klanten tabel zijn KlantNaam en KlantStad direct afhankelijk van KlantID. Er zijn geen transitieve afhankelijkheden meer ten opzichte van de primaire sleutel van de oorspronkelijke tabel.
Zoals te zien in het voorbeeld, lost het opsplitsen naar 3NF een aantal problemen op:
Door onze database te normaliseren naar 3NF, creëren we een structuur die efficiënter omgaat met dataopslag en updates. Het vermindert het risico op inconsistenties aanzienlijk en maken onze database logischer en makkelijker te beheren en te bevragen. Voor de meeste standaard applicaties is 3NF een uitstekend niveau van normalisatie om naar te streven. Het biedt een goede balans tussen redundantie minimaliseren en de database bruikbaar houden.
Soms, in specifieke gevallen zoals bij datawarehouses of wanneer performance extreem kritiek is voor bepaalde queries, kiezen database-ontwerpers er bewust voor om af te wijken van 3NF. Dit heet denormalisatie. Hierbij wordt gecontroleerde redundantie teruggebracht in de database om joins te vermijden en zo leesoperaties te versnellen.
Het is belangrijk te onthouden dat denormalisatie een prestatie-optimalisatie is met een afweging: we maken leesoperaties sneller, maar schrijfoperaties complexer en introduceren het risico op inconsistentie. Daarom blijft 3NF het uitgangspunt en de best practice voor de meeste transactionele databases.
Bij denormalisatie is het overigens cruciaal om aanvullende technieken te gebruiken (zoals database triggers of zorgvuldige applicatielogica) om de inconsistenties te beheren, wat extra inspanning vereist.
Als de applicatie en daardoor het aantal tabellen door datanormalisatie in omvang toenemen wordt het gebruik van een datamodel in een grafische weergave noodzakelijk. Anders verliezen we het overzicht en kunnen we moeilijk achterhalen in welke tabel een bepaald data-element is opgeslagen.
Datanormalisatie en het gebruik van een grafische weergave, zoals een Entity-Relationship Diagram (ERD), zijn daarom nauw met elkaar verbonden en worden steeds onmisbaarder naarmate een applicatie (en daarmee de database) complexer wordt.
We kunnen zeker stellen dat normalisatie het gebruik van een datamodel in een grafische weergave sterk aanmoedigt en praktisch noodzakelijk maakt, vooral bij grotere systemen.
Datanormalisatie, en in het bijzonder het streven naar de Derde Normaalvorm (3NF), is een fundamenteel concept voor iedereen die leert werken met databases. Het helpt ons gestructureerde, efficiënte en betrouwbare databases te ontwerpen die de ruggengraat vormen van robuuste software-applicaties.
Door de regels van 3NF toe te passen, minimaliseren we redundantie en beschermen we onze data tegen veelvoorkomende problemen bij het invoegen, bijwerken en verwijderen.
Datanormalisatie leidt kortom tot een gestructureerde database met meerdere, gerelateerde tabellen. Naarmate de omvang en complexiteit van de applicatie toenemen, neemt ook het aantal tabellen en de complexiteit van hun relaties toe. Een grafisch datamodel (ERD) wordt dan essentieel om dit complexe netwerk van tabellen en relaties visueel weer te geven, te begrijpen, te ontwerpen en te onderhouden. Zonder zo’n “wegenkaart” verdwalen we snel in de structuur van een genormaliseerde database van enige omvang. Pas deze principes toe bij in database-projecten en bouw op die manier een sterke fundering voor de toekomstige applicaties.
Mogelijk is dit een vertaling van Google Translate en kan fouten bevatten. Klik hier om mee te helpen met het verbeteren van vertalingen.