Adaptive
Veel mensen zien de woorden adaptive en agile als synoniemen, alsof ze hetzelfde betekenen. Ze zijn echter niet gelijk aan elkaar.
Het woord ‘agility’ gebruiken we om een eigenschap te beschrijven die een bedrijf moet hebben om te kunnen slagen in een veranderende wereld. Het woordenboek omschrijft agile als “het vermogen om zich snel aan nieuwe omstandigheden aan te passen”.
Agility zegt dus iets over de manier waarop we iets in de organisatie aanpassen, maar hoe zit het met de “aanpasbaarheid” van hetgeen we al hebben? Zijn we wel Adaptive?
In de jaren 90, lang voor Agile werd bedacht, hielp Hewlett Packart hun klanten om “Adaptive” te worden. Zij spraken over de Adaptive Enterprise, klaar voor de nieuwe eeuw die in aantocht was.
Agile zagen we tot voor kort als een verzameling van Best Practices die alleen relevant waren voor softwareontwikkeling. Dat komt omdat de bedenkers van Agile softwareontwikkelaars waren. De grondslag was het Manifesto for Agile Software Development uit 2001. Agile lijkt nu echter dat de enige manier voor de hele organisatie om met een turbulente, klantgestuurde markt om te gaan, te zijn. Deze wereldwijde beweging gaat dus verder dan alleen software. Agile stelt organisaties namelijk in staat om verandering continue te beheersen.
Daarom gebruiken we Agile methodes tegenwoordig veel voor:
Agile is een collectief concept dat verschillende technieken omvat die ‘het vermogen om snel te bewegen, denken en begrijpen’ bewerkstelligen. Het vereist meestal zeer bekwaam gedrag in een zakelijke context.
Agile-methodologie gaat er vanuit dat we de functies die de grootste zakelijke waarde hebben als eerste moeten opleveren en vervolgens in realtime met klanten communiceren om directe feedback van hen mogelijk te maken.
Terugkerend naar zijn oorsprong, weerspiegelt Agile de visie van visionaire softwareontwikkelaars. Zij geloofden namelijk dat “het ontdekken van betere manieren om software te ontwikkelen” een omkering zou vereisen van enkele management principes. Ze waardeerden bijvoorbeeld reageren op verandering boven het volgen van een plan.
In tegenstelling tot klassieke projectmanagementmethoden, richt Agile zich meer op persoonlijke verantwoordelijkheid. Het team dat de taken uitvoert, neemt ook de verantwoordelijkheid voor (het schatten van) de voltooiingstijden.
Voor dat we echter Agile kunnen gaan werken moeten we eerst zorgen dat de organisatie adaptive is. Dat wil zeggen dat de organisatie consequent in staat is om zichzelf te veranderen, en bovendien in staat is om de voordelen van de veranderingen te benutten en te maximaliseren.
Het implementeren van alleen Agile methodes is dus niet voldoende, daar hoort ook een adaptive organisatie bij met een adaptive infrastructuur. Wat we nodig hebben is een organisatie die zich niet beperkt tot het inspelen op verandering. We hebben er een nodig die goed is in zichzelf veranderen.
Als we de organisatie Adaptive willen maken, moeten we beginnen met een duidelijke definitie van wat dat voor ons bedrijf inhoud. Als we dat niet doen lopen we het risico dat onze medewerkers onbedoeld in de knoop raken. Niet iedereen heeft immers het zelfde doel voor ogen.
Wanneer we beginnen met het bouwen van een Adaptive Organisatie, willen we een organisatie maken die in staat is om:
Adaptive zijn is een relatief begrip dat voor iedere organisatie anders is. De bovenstaande definitie biedt ons echter de nodige speelruimte om een goede definitie op te stellen. Met name het beschrijven wat een adaptive voordeel voor de organisatie is.
Als we eenmaal een definitie hebben kunnen we die gebruiken om:
Nee, niet iedere verandering kunnen we met Agile oplossen. Agile heeft namelijk enkele voorkeuren in zich die niet altijd passend zijn. Het gaat om de volgende 4 eigenschappen van Agile:
Het Stacey Model kan ons helpen bij het kiezen van de juiste aanpak.
Om ten volle adaptive te kunnen zijn hebben we een infrastructuur nodig die voldoet aan een aantal voorwaarden.
Duidelijk is dat de adaptive infrastructuur gebaseerd is op het verminderen van afhankelijkheden en een groot vertrouwen in de medewerkers die meer verantwoordelijkheden krijgen en zelf bijna ondernemer zijn.
Grote bedrijven lanceren veranderingen doorgaans als een groot project. De meest succesvolle introducties van Adaptive beginnen echter meestal klein. Ze beginnen vaak in de IT, waar de consultants waarschijnlijk openstaan voor de adaptive principes. Adaptive kan zich dan verspreiden naar een andere afdeling, zoals bijvoorbeeld marketing. Daarbij kunnen de oorspronkelijke beoefenaars als coaches optreden. Is het succes eenmaal behaald in een of meer afdelingen, dan heeft het de neiging om een groep gepassioneerde evangelisten te creëren. Die kunnen nauwelijks wachten om anderen te vertellen hoe goed het is om een Adaptive organisatie te zijn.
De vier belangrijkste factoren die het meest helpen bij de overgang naar een Adaptive organisatie zijn:
Op de weg naar een Adaptive organisatie liggen een aantal potentiële knelpunten. Die zullen optreden als gevolg van de bestaande organisatiestructuur, die verschillende diepgewortelde managementlagen en bureaucratie kent.
Het overwinnen van deze knelpunten om te komen tot een succesvolle Adaptive-implementatie vereist de volgende voorwaarden:
De implementatie van een Adaptive organisatie is voor veel bedrijven noodzakelijk om het huidige moordende tempo bij te kunnen houden en te overleven. Het brengt echter veel werk met zich mee en emoties die hoog oplopen als mensen en processen botsen. Zoals bij elke goede oogst, hangt de opbrengst van Adaptive af van de inspanningen die we in de implementatie steken.
Mogelijk is dit een vertaling van Google Translate en kan fouten bevatten. Klik hier om mee te helpen met het verbeteren van vertalingen.