Het beheren van datastructuren omvat globaal gezien twee aspecten namelijk: Het beheren van de (meta)gegevens en het beheren datamodellen.
Meta-gegevens zijn de gegevens die de data-elementen beschrijven. Een datamodel is de schematische weergave van de onderlinge relaties tussen de te onderscheiden data-elementen. Iedere applicatie kent een al of niet beschreven datamodel. Deze datamodellen staan vaak op zichzelf en vallen ook onder het beheer van de betreffende applicatie.
Door de tijd genomen zal de gekozen systematiek van vastlegging veelal verschillen. Bovendien bestaat er geen overall inzicht in de actuele datamodellen. De vraag die op komt is echter of het nuttig is om alle datamodellen te bundelen en centraal te beheren. Het bundelen van de datamodellen kost immers veel geld en inspanning en wat levert het op? Bij het beantwoorden van deze vraag moeten we vooral naar de organisatie kijken.
Het is natuurlijk de bedoeling om dubbele vastlegging te voorkomen en integratie van systemen te bevorderen. Nadeel is weer dat we daardoor onnodige afhankelijkheden creëren. Het is echter de taak van het Data Management om hier een balans in te vinden.
Onder de centraal datamodelbeheer functie vallen de volgende taken:
Deze definitie sluit aan bij de taak “Beheren metagegevens” zoals het Nederlands Genootschap voor Informatica is beschreven:
In het gegevenswoordenboek staat de informatie omtrent definitie, naam, codering, verschijningsvorm, synoniemen, e.d. van de gegevens.
Een datadictionary is het bestand waarin we het gegevenswoordenboek bewaren. Het maakt ook deel uit van de zogenaamde systeem-encyclopedie, de repository.
Als er plannen zijn om informatiesystemen te vervangen heeft het geen zin om het datamodel van het oude model op te zetten. Het vergt namelijk veel inspanning om de gegevensmodellen uit deze “oude” informatiesystemen te destilleren en in een nieuw gegevensmodel om te zetten. Dan kan men beter kiezen voor een meer pragmatische aanpak.
De volgende ondersteunende informatiesystemen kunnen we onder meer onderscheiden:
Deze ondersteunende informatiesystemen voeden namelijk qua data in de ideale situatie alle primaire processen binnen een organisatie. De meta-gegevens uit deze informatiesystemen slaan we als model op in de repository. Dit is de databank waarin we links kunnen leggen tussen alle aanwezige en te ontwikkelen modellen van informatiesystemen.
Indien we hiervoor gebruik maken van één database ontstaat het centrale datamodel, beheer van datamodellen optima forma.
Discussieer mee op LinkedIn.
Mogelijk is dit een vertaling van Google Translate en kan fouten bevatten. Klik hier om mee te helpen met het verbeteren van vertalingen.