Artefacten
De Software Development Life Cycle (SDLC) is de ruggengraat van elk succesvol softwareproject. Het is het gestructureerde kader dat bepaalt wát we moeten doen (de fasen), maar het is geen methode. Of we nu kiezen voor een strak georganiseerde aanpak zoals de Watervalmethode of de flexibele, iteratieve aanpak van Agile en Scrum, het succes van het project staat of valt altijd bij duidelijke output en controleerbare artefacten.
Dit artikel ontrafelt de SDLC als het universele proces en belicht de cruciale rol van artefacten, de tastbare bijproducten van dit proces. We bekijken hoe deze artefacten, samen met deliverables en mijlpalen, niet alleen de voortgang meten, maar ook de noodzakelijke flexibiliteit bieden om tijdens de reis van methodiek te veranderen, zonder de focus en de kwaliteit te verliezen.
SDLC staat voor Software Development Life Cycle (Levenscyclus voor Softwareontwikkeling). Het is een systematisch proces dat een gestructureerde aanpak biedt voor het plannen, creëren, testen en implementeren van hoogwaardige software.
Het doel van de SDLC is om een efficiënte en georganiseerde workflow te garanderen, zodat het eindproduct voldoet aan de eisen van de gebruiker en binnen het gestelde budget en de tijdlijn wordt opgeleverd.
Hoewel de exacte namen en het aantal fasen per model kunnen variëren, omvat een typische SDLC de volgende kernstappen. Dit zijn de generieke stappen die we in elk softwareontwikkelingsproces moeten doorlopen:
Artefacten in de context van softwareontwikkeling zijn de tastbare uitkomsten, documenten of componenten die tijdens het ontwikkelproces worden gecreëerd en gebruikt. Ze dienen als bewijs van de uitgevoerde werkzaamheden, bieden de nodige context en zijn de input voor de volgende fase.
Kortom: Artefacten zijn de “producten” van het ontwikkelproces, naast de uiteindelijke software zelf.
Artefacten zijn essentieel voor het succes van een softwareproject om de volgende redenen:
Hier is een overzicht van de universele artefacten die toepasbaar zijn in iedere ontwikkelmethode. In vrijwel elke SDLC-fase produceren ontwikkelaars dus artefacten:
Categorie | Artefact | Beschrijving | Belangrijkste Doel |
Requirements | Eisen Specificatie | Een formeel document dat alle eisen van de klant gedetailleerd beschrijft. | De basislijn vastleggen voor de scope en de functionaliteit. |
Requirements | Gebruiksscenario’s/User Stories | Beschrijven hoe een gebruiker met het systeem interageert (bv. “Als klant wil ik in kunnen loggen”). | Vastleggen van de gebruikersbehoeften. |
Ontwerp | Systeem-/Software-Architectuur | Een blauwdruk die de structuur, componenten, interfaces en de relaties daartussen beschrijft. | Dient als leidraad voor de technische consistentie en schaalbaarheid. |
Ontwerp | Database Schema | Visuele representatie van de structuur van de data, inclusief tabellen en relaties. | Zorgt ervoor dat de data correct en efficiënt wordt opgeslagen. |
Ontwerp | User Interface (UI) Mockups | Visuele schetsen of modellen van hoe de schermen en interacties eruit zullen zien. | Goedkeuring krijgen over de gebruikerservaring. |
Implementatie | Broncode | De geschreven code in de programmeertaal die de functionaliteit van de software definieert. | Het kernproduct van de ontwikkelingsfase. |
Test | Testgevallen en Testscenario’s | Gedetailleerde stappen, invoer en verwachte resultaten om de software te valideren. | Bewijzen dat de software voldoet aan de eisen en kwaliteit levert. |
Test | Testrapporten | Documenten die de resultaten van het testen vastleggen, inclusief gedetecteerde bugs en hun status. | Bieden transparantie over de kwaliteit en risico’s. |
Management | (Product) Backlog | Een geprioriteerde en dynamische lijst van alles wat nodig is voor het product (functies, bugs). | Dient als de enkele bron van waarheid voor het te verrichten werk. |
De termen artefact, deliverable en mijlpaal zijn verwant, maar verschillen in hun functie:
Term | Wat is het? | Type | Focus |
Artefact | Een bijproduct van het werk. Elk document, bestand of stuk code dat tijdens het proces ontstaat. | Interne output | Het vastleggen van informatie en context. |
Deliverable | Een afgesproken, tastbaar resultaat dat wordt geleverd aan een klant of belanghebbende. | Externe output | Het voldoen aan de klanteis en het leveren van waarde. |
Mijlpaal | Een punt in de tijd dat een belangrijke gebeurtenis markeert. | Tijd/Gebeurtenis | Het meten van voortgang en het afronden van een fase. |
De SDLC die we beschreven lijkt op het eerste gezicht op een watervalmethode maar is abstracter dan dat. De SDLC is namelijk het fundamentele kader dat stelt: “Om van een idee naar een werkend softwaresysteem te komen, moet je deze basisactiviteiten uitvoeren.” Het beschrijft wat we moeten doen (eisen verzamelen, ontwerpen, bouwen), maar niet hoe of in welke volgorde.
Een SDLC-model is de concrete implementatie van dat abstracte kader en bepaalt de specifieke volgorde:
Kortom, de SDLC is de theorie, en de Watervalmethode en Scrum zijn slechts twee van de vele praktische modellen om die theorie uit te voeren.
Artefacten zijn dus onafhankelijk van de methode te herkennen en in te passen, maar ze zijn niet de kleinst denkbare producten (taken en deeltaken zijn kleiner). Ze zijn echter cruciaal omdat ze de brug vormen bij een verandering van methodiek.
Als we van methode willen veranderen tijdens een project, is het essentieel om te beginnen met de bestaande artefacten van de “oude” methode. Tijdens dit proces kunnen we gewoon doorwerken in de oude methode maar met toepassing van de nieuwe artefacten.
Artefacten maken een overstap gemakkelijker door:
De bestaande artefacten zijn de enige objectieve bron van waarheid over wat er is gedaan en wat er moet gebeuren. Ze transformeren een methodeverandering van een sprong in het diepe in een gecontroleerde kennisoverdracht.
De Software Development Life Cycle (SDLC) is het universele, abstracte kader van wat er moet gebeuren om software te maken (plannen, bouwen, testen). De keuze voor een specifieke methodologie bepaalt hoe en wanneer die stappen worden uitgevoerd.
De cruciale verbindende factor in dit proces is de rol van artefacten.
Ieder softwareproject, van het meest rigide tot het meest flexibele, produceert logische artefacten. Deze documenteren niet alleen de voortgang en de besluitvorming, maar vergemakkelijken ook de overgang tussen verschillende SDLC-modellen. Dit is omdat ze zorgen voor de noodzakelijke kennisoverdracht en voorkomen dat we het project bij een verandering van methode opnieuw moeten uitvinden. Kortom, of een organisatie nu kiest voor de strikte structuur van Waterval of de adaptieve cyclus van Agile, een goed beheer en gebruik van artefacten is de belangrijkste voorwaarde om de kwaliteit van de software te waarborgen en te kunnen reageren op onvermijdelijke veranderingen in het project.
Mogelijk is dit een vertaling van Google Translate en kan fouten bevatten. Klik hier om mee te helpen met het verbeteren van vertalingen.