De IT Equipment Room (MER, SER en DER) richtlijnen

Een Equipment Room bevat het bekabelingspanel (de locatie voor backbone-bekabeling), telefoonsystemen, stroombeveiliging, niet-onderbreekbare voedingen (UPS), LAN-apparatuur (zoals firewalls, routers, kernschakelaars en hubs) en eventuele servers en data-opslag apparatuur, inclusief de bijbehorende kasten.

Als ons bedrijf volledig in de cloud met SaaS zou werken staan er geen servers of data-opslag meer in deze ruimtes. In de praktijk staat er echter een complete historie aan apparatuur in die allerlei IT oplossingen in de lucht houdt.

Equipment rooms zijn meestal ruimtes met een beperkte menselijke toegang. De deur zit namelijk op slot. Systeembeheerders zitten niet in deze ruimte, maar wel de apparatuur. Normaal gesproken komt men daarom weinig in een equipment room. Die staat namelijk vol met grote zware kasten en ander moeilijk te verplaatsen apparatuur. Door de kille airco is het ook niet zo aangenaam. Het gewicht van de apparatuur en de manier van aansluiten, bepalen het type vloer dat het meest geschikt is voor de ruimte.

Deze ruimtes staan ook bekend onder de naam serverruimte. We kunnen equipment rooms verdelen in drie types, de MER, de SER en de DER.

Main Equipment Room (MER)

De Main Equipment Room (MER) fungeert als de hoofd IT locatie voor een gebouw. Het is het overgangspunt van al de spraak- en databekabeling die het gebouw binnenkomen en we verder doorverbinden naar de andere equipment rooms. De belangrijkste kast voor telecommunicatie bevat elektronische apparatuur die we vroeger zouden omschrijven als de telefooncentrale. Het is de telecommunicatiekast van het gebouw. Bovendien geldt hetzelfde voor de dataverbinding. Glasvezel of koperen kabels komen eveneens in de MER binnen en worden van daaruit gedistribueerd. Je kunt zeggen dat de backbone bekabeling van het netwerk in de MER start en alle andere equipment rooms met elkaar verbindt. De backbone bestaat uit meerdere interne (glasvezel) verbindingen van een hoge kwaliteit. Om deze kwaliteit te kunnen waarborgen moeten we rekening bovendien houden met een maximale afstand tussen de verschillende ruimtes van zo’n 100 meter.

Satellite Equipment Room (SER)

De Satellite Equipment Room, kortweg SER, heeft een vergelijkbare functie als de MER. Het verschil is echter dat hij een satelliet functie heeft ten opzichte van de MER. De SER bevindt zich bovendien vaak dicht bij een afdeling of bedrijf dat gebruik maakt van de apparatuur in deze ruimte. In een gebouw kunnen meerdere Satellite Equipment Rooms zijn. Deze zijn echter allemaal verbonden met de Main Equipment Room.

Distribution Equipment Room (DER)

In IT is de DER vaak niet meer dan een kast zonder koeling. De DER gebruiken we als ruimte waarin we de bekabeling per etage koppelen. Er staan vaak switches en andere netwerkapparatuur in die via panelen onderling zijn verbonden. De DER is bovendien in veel gevallen de aangewezen plaats om een afdelingsprinter te plaatsen. De kast heeft dan een eigen slot. De backbone van het netwerk verbindt deze locaties met de MER en SER ruimten. Alle bekabeling voor de werkstations komt binnen in zo’n kast wat de nodige netheid en administratie vereist.

Richtlijnen voor het inrichten van een Equipment Room

Het is duidelijk dat de MER, SER en DER belangrijke ruimtes zijn voor een bedrijf. Veel van de business hangt namelijk af van deze ruimtes. Daarom stellen veel bedrijven er minimale eisen aan om de continuïteit te waarborgen. Deze eisen beschrijven ze dan in richtlijnen die de volgende onderwerpen kunnen bevatten:

• Eisen aan leveranciers die de ruimten mogen betreden.
• De wijze waarop afspraken worden gemaakt, de ER procedures.
• Eisen aan tekeningen en documentatie.
• Ontwerp- en constructie-eisen.
• Toegang en bereikbaarheid van de equipment rooms.
• Standaard indelingen van de ruimtes.
• Bekabelingseisen en bekabelingsplan.
• Bedieningsplekken in de MER en SER.
• Doormeten, certificering en documentatie van de bekabeling.
• Eisen aan installatie en labeling van zowel apparatuur als bekabeling.
• Eisen aan brandveiligheid waaronder apparatuur die branddovende gassen kan verspreiden.

De serverruimte is het brein van ons bedrijf en daarom de slechtst mogelijke plaats voor een brand. De apparatuur in de serverruimte, hoewel duur, is vervangbaar. Maar langdurige uitval heeft grote gevolgen van dataverlies en de omzet. Vanwege het belang van de equipment rooms springen de eisen voor brandpreventie het meest in het oog.

IT apparatuur beschermen tegen brand

Een korte blootstelling aan rook door een brand kan al leiden tot uitgebreide schade aan de apparatuur. De vrijkomende zwavel en chloride in de rook zijn namelijk voldoende om metalen in de loop van de tijd te corroderen. Dit gebeurt zelfs al na een korte blootstelling. Dit kan leiden tot beschadiging van lees- en schrijfkoppen op conventionele schijven en kan uiteindelijk resulteren in een “head-crash”. Dit betekent namelijk dat de schijf beschadigd raakt en data verloren gaat. Met SSD is dit risico natuurlijk een stuk kleiner.

Dit is al na een korte blootstelling aan rook. Er kan natuurlijk nog meer schade ontstaan als gevolg van blootstelling aan aanhoudende hoge temperaturen en vlammen.

Geen enkel bedrijf kan zich echter zo’n catastrofe veroorloven.

Gelukkig zijn er tal van dingen die we kunnen doen om onze Equipment Room te beschermen tegen rook- en brandschade. Met SSD zijn de dit risico’s bijvoorbeeld al een stuk kleiner.

Algemene oorzaken van branden in de Equipment Room

Enkele belangrijke oorzaken van brand in de Equipment Room, die allemaal te vermijden zijn. Dit zijn de drie meest voorkomende:

• Kortsluiting en / of overbelasting van elektrische componenten. Wanneer elektrische apparatuur kortsluiting vertoont of overbelast raakt, wordt dit snel een ernstig brandgevaar. Dit is in feite de belangrijkste oorzaak van branden in serverruimtes.
• Ondervloer-bedrading. Een andere belangrijke oorzaak van brand in de serverruimte is defecte bedrading die onder de vloer loopt. Dit is echter een moeilijk te detecteren probleem en is zeer gevaarlijk.
• Oververhitting. Apparatuur wordt heet en er wordt niet voldoende geventileerd of niet goed gekoeld. De apparatuur raakt oververhit, wat de derde hoofdoorzaak is van brand in de equipment room. Een ruimte vol met oververhitte apparatuur is vragen om een brand.

Brand in de serverruimte voorkomen en schade beperken

De meeste branden in de serverruimte zijn echter gemakkelijk te voorkomen, wat natuurlijk de goedkoopste oplossing is.

Er zijn veel manieren waarop we de kans op brand in onze serverruimte aanzienlijk kunnen verminderen. Hieronder volgen enkele tips die we kunnen toepassen.

6 tips

• Gebruik de juiste temperatuur- en vochtigheidsniveaus. Om te voorkomen dat onze apparatuur oververhit raakt moeten we zorgen voor voldoende koeling. Het handhaven van een luchtvochtigheid van 40-60% zal het risico van statische elektriciteit verminderen.
• Houd de ruimte netjes. Zorg ervoor dat de draden zijn aangesloten en correct zijn weggewerkt. Verwijder ongebruikte kabels en snoeren. Verwijder overbodige items die kunnen dienen als brandstof voor een brand, zoals papier en afval.
• Zorg voor goede ventilatie. Plaats servers en apparatuur niet te dicht bij elkaar en plaats er geen papier of voorwerpen bovenop. Geef de apparatuur voldoende ruimte om te ademen en koel te blijven en oververhitting te voorkomen.
• Houd de apparatuur schoon. Sta niet toe dat stof en ander vuil op of in het apparaat bezinkt. Dit kan bijdragen aan oververhitting en als extra brandstof voor een brand dienen.
• Voer regelmatig snoer- en apparatuurcontroles uit. Controleer regelmatig snoeren en stopcontacten op rafels op beschadigingen. Controleer regelmatig de voeding van de servers met diagnosesoftware zodat je deze kunt vervangen voordat ze uitvallen of oververhit raken.
• Voer een inspectie op het brandrisico uit. Laat inspecteurs nagaan of je voldoet aan de normen. Brandblussystemen en Equipment Room bedrading en apparatuur moet je regelmatig laten inspecteren. Onderhoud dit om te zorgen dat alles naar behoren werkt.

Discussieer mee op LinkedIn.