Scripting: Scripttaal is iets anders dan programmeertaal

De scripttaal die het meest voorkomt is JavaScript, bijna iedere site maakt gebruik van scripting met deze taal. ITpedia ook, dus pas op! Maar wat is een scripttaal en is er een verschil met een programmeertaal.

Een Scripttaal is geen programmeertaal.
Dat is een stellige bewering die nieuwe vragen oproep.

• Wat is een scripttaal?
• Waarin is hij anders dan een programmeertaal?
• Waarom hebben we een scripttaal nodig als er al programmeertaal bestaat?

De geboorte van scripting

Aanvankelijk waren er programmeertalen om programma’s te bouwen zoals Excel, Word, browsers, games enz. Deze programma’s zijn gebouwd met programmeertalen zoals C ++ en Java. In de loop van de tijd hadden deze programma’s een optie nodig waarmee gebruikers zelf nieuwe functionaliteiten konden creëren. Dus moesten ze een interface bieden tot hun basisfuncties en zo zijn de scripttalen geboren.

Een Scripttaal is wel een programmeertaal.
Aan de andere kant is een scripttaal wel een derde generatie programmeertaal is. De code wordt tijdens runtime geïnterpreteerd door een ander programma in plaats van te worden gecompileerd door de processor van de computer. Een script vereist een interpreter, terwijl voor een programma een compiler nodig is. Er is echter geen verschil in het creëren van de code.

Het is dus vrij simpel, een taal kan een script- of programmeertaal zijn, afhankelijk van de omgeving waarin we ze gebruiken.
Ruby is bijvoorbeeld een programmeertaal. Maar wanneer we het gebruiken in het Ruby on Rails-framework, fungeert het als een scriptingtaal.

Wat is het verschil tussen scripten en coderen?

We hebben hier te maken met een vaag stukje technisch vakjargon en het betreft het verschil tussen coderen en scripten. Je hebt deze termen wellicht horen vallen in gesprekken onder techneuten:

• Je moet een programmeertaal leren om een ​​website te kunnen maken.
• We moeten een script maken om de netwerkmeldingen af te kunnen vangen.
• We hebben alle software-installatiescripts opnieuw moeten scripten.

Het klinkt alsof coderen en scripten twee manieren zijn om het programmeren op een computer te beschrijven. Daarom zijn ze zijn identiek, toch? Niet precies. Codering en scripten zijn zeker gerelateerd, maar er is een subtiel, maar bepalend verschil.

Volgens Skillcrush WordPress Instructor Maren Vernon is het het gemakkelijkst om er zo over te denken:

Codering is een overkoepelende term die van toepassing is op alle computertalen. Als je een machinetaal gebruikt om instructies te schrijven die een computer of een computerprogramma kan begrijpen, codeert je. Onder die grote coderingsparaplu zijn er specifieke soorten codering, daarvan is scripten er één.

Maar wat definieert nu precies het scripten?

Scripts is code die een webontwikkelaar gebruikt om processen te automatiseren die hij anders stapsgewijs moet uitvoeren. Waar we verschillende soorten coderingstalen (zoals opmaaktalen zoals HTML en CSS ) gebruiken om computers te laten zien hoe een website moet worden weergegeven, gebruiken we scriptingtalen (waaronder PHP , Ruby en JavaScript ) om instructies te geven aan programma’s (zoals websites) die worden uitgevoerd op een computer. Met andere woorden, je gebruikt geen scripting om statische functies, zoals het algemene uiterlijk of de lay-out van een website, of webtoepassing te programmeren. Een scripttaal gebruik je om een statische website te vertellen “iets te doen”, waardoor de statische inhoud dynamisch wordt.

WordPress als scripting voorbeeld

Vernon zegt dat WordPress-sites een goed voorbeeld zijn van een situatie waarin scripttalen een rol spelen. Ontwikkelaars die WordPress-thema’s of plug-ins bouwen, gebruiken PHP om de content op te vragen. Of het nu gaat om een ​​herbruikbaar codefragment of om informatie die is opgeslagen in de database van de site die een gebruiker heeft ingevoerd, PHP doet het werk. Die informatie wordt verwerkt en uitgevoerd als HTML, waarmee sitebezoekers de inhoud in hun browser kunnen bekijken.

Een PHP-script maakt het mogelijk maakt om je drie laatste blogposts automatisch op de startpagina van een site te laten verschijnen. Of je kunt voorwaardelijke instructies (if / else / endif) gebruiken om op basis van parameters te bepalen wat op je site wordt getoond. Als de webmaster bijvoorbeeld een foto uploadt, toont hem dan; zo niet, toon dan de standaardfoto. Omdat de code geschreven is in een scripttaal is hij in staat om beslissingen te nemen en instructies door te geven aan het bovenliggende programma.

Deze functies worden automatisch uitgevoerd. De bezoekers van de website zien het script niet, maar ziet alleen het eindresultaat. De ontwikkelaar van de site kan voor deze functies een eenmalige set instructies implementeren. Dit is beter dan ieder exemplaar handmatig te coderen. Dan weet je dat het telkens op dezelfde manier gebeurt en het zoeken van fouten hoeft maar op een plek te gebeuren.

Alle scripting is coderen, maar niet alle codering is scripting.

Coderen omvat meer dan alleen scripting, maar scripting is een soort codering.

Voorbeelden van taken waarbij scripten een website kan automatiseren zijn:

• Een chatbot die teksten terugstuurt.
• Een pop-upvenster of -formulier op het scherm laten verschijnen als reactie op gebruikersgedrag.
• Een animatie uitvoeren als een bezoeker voorbij een bepaald punt op de pagina scrolt.
• Het vullen van een pagina na een zoekactie op een site.
• Het inloggen op een website met username en password.

Discussieer mee op LinkedIn.