PSD2 richtlijn
Als de PSD2 (herziene richtlijn voor betaaldiensten) wordt geïmplementeerd, zal het monopolie van de bank op de accountinformatie en betalingsdiensten verdwijnen.
PSD2 stelt bankklanten in staat om externe leveranciers te kiezen voor het managen van hun financiën. In de nabije toekomst kan je Facebook of Google gebruiken voor het betalen van je rekeningen. Maar ook P2P-overschrijvingen en uitgaven te analyseren worden een stuk eenvoudiger. Dit terwijl je geld nog steeds veilig op je huidige bankrekening staat. Banken zijn verplicht om deze externe leveranciers toegang te geven tot de rekeningen van hun klanten. Dat moet via open API’s (interface voor toepassingsprogramma’s). Hierdoor kunnen derden financiële diensten bouwen bovenop de data en infrastructuur van de banken.
Banken zullen concurreren met iedereen die financiële diensten aanbiedt. PSD2 zal de waardeketen van betalingen fundamenteel veranderen. De functionaliteit zal afhankelijk van de winstgevendheid van de bedrijfsmodellen en de wensen van klanten. Met de richtlijn beoogt de Europese Commissie de innovatie te stimuleren en de consumentenbescherming te versterken. Ook de veiligheid van internetbetalingen binnen de EU moet verbeteren. Het introduceert twee nieuwe soorten spelers in het financiële landschap: PISP en AISP. AISP-en (Account Information Service Provider) zijn de serviceproviders met toegang tot de accountinformatie van bankklanten. Dergelijke services kunnen het uitgavegedrag van een gebruiker analyseren of de accountgegevens van een gebruiker van meerdere banken samenvoegen tot één overzicht. PISP(Payment Initiation Service Provider) zijn de serviceproviders die namens de gebruiker een betaling initiëren. P2P-overdracht en betaling van facturen zijn PISP-services die waarschijnlijk op de markt komen als PSD2 is geïmplementeerd.
Voor banken stelt PSD2 aanzienlijke economische uitdagingen. De IT-kosten zullen toenemen als gevolg van nieuwe beveiligingsvereisten en de openstelling van API’s. Bovendien voorspelt men dat 9 procent van de inkomsten uit retailbetalingen in 2020 zal gaan naar PISP-services. En omdat niet-banken de interactie met klanten overnemen, wordt het voor banken moeilijker om zich te onderscheiden bij het aanbieden van leningen.
Dit is de reden waarom we steeds meer banken zien experimenteren met API’s en samenwerken met fintechs (financiële technologiebedrijven). Ze richten zich meer op de klant en het opzetten van innovationlabs.
De toetreding van PSD2 vereist dat banken een aantal strategische keuzes maken. Dit is geen gemakkelijke taak, omdat de keuzes deels afhangen van hoe het betalingslandschap zal evolueren a.g.v. PSD2. We voorzien vier mogelijke scenario’s, gebaseerd op twee variabelen: hoe binnenlands of Europees de financiële markt zal zijn en of de consument bij traditionele banken blijft.
Hoe globaal is de wereld eigenlijk? Dat valt tegen zullen velen zeggen. We hebben zelden contact met mensen in het buitenland. En wat financiële diensten betreft, koopt slechts 3% van de Europese consumenten bankproducten uit een ander EU-land. Natuurlijk hebben veel consumenten een bankrelatie met een bank die afkomstig is uit een ander land, zoals Danske Bank in Noorwegen en Santander in Portugal. Maar dan is het meestal de Noorse dochteronderneming van Danske Bank en de Portugese dochteronderneming van Santander, en is dus geen grensoverschrijdende bankrelatie.
Uit een enquête van de Europese Commissie bleek dat 80% zei dat ze het kopen van een financieel product uit een andere EU-lidstaat in de toekomst niet zouden overwegen omdat “ze alle financiële producten die ze nodig hebben in hun eigen land kunnen kopen, of dat liever doen”. Dit laat zien hoe ver de EU van een uniforme markt eigenlijk is verwijderd. We beschouwen dit als een gevolg van het feit dat de Europese markt geen effectieve mechanismen heeft die grensoverschrijdend bankieren ondersteunen, zoals communicatie over de voordelen ervan, soepele onboardingprocessen en geharmoniseerde regelgeving. De kosten die verband houden met begrip en naleving van regelgeving beschouwen de banken als te groot in vergelijking met de potentiële inkomsten van de markt, waardoor de investering van de bank in een nieuw land onaantrekkelijk is.
Het engagement van de Europese Commissie om de Europese markt voor financiële diensten te verenigen, is sterk. Er worden verschillende initiatieven ontplooid om de nationale regelgeving te harmoniseren. PSD2 laat bijvoorbeeld externe aanbieders van financiële diensten in de hele EU opereren zolang ze zijn gelicentieerd door de financiële autoriteit van hun thuisstaat. Hoewel banken nog steeds banklicenties nodig hebben in elk land waarin ze actief zijn, hebben externe providers er dus maar één nodig. De vraag is: Is het voldoende als PDS2 erin slaagt de kosten van multinationaal retailbankieren te verminderen? Dit wordt versterkt door vier andere factoren:
Alles bij elkaar is een toename van de investeringen in financiële diensten gericht op de Europese markt te verwachten. Deze route staat niet alleen open voor Europese banken, maar ook andere internationale banken kunnen deze markt betreden. De overgang naar een eengemaakte Europese markt zal niet van de ene dag op de andere plaatsvinden. Maar als we zo ver zijn, zal het Europese financiële ecosysteem er heel anders uitzien als nu.
Mogelijk is dit een vertaling van Google Translate en kan fouten bevatten. Klik hier om mee te helpen met het verbeteren van vertalingen.